3. Bodem, water, milieu

Beleidsdoelen

3.5

De bodemdaling en broeikasgasuitstoot in het veenweidengebied is verminderd

Op 10 december 2018 is de Visie Bodemdaling vastgesteld, met daarin een concrete ambitie voor het remmen van bodemdaling op korte termijn (2030) en langere termijn (2050). In het coalitieakkoord (mei 2019) is die ambitie verder aangescherpt. De Visie Bodemdaling met het coalitieakkoord hebben als bouwsteen gediend voor de Omgevingsvisie en in het verlengde van de visie is er in 2020 een ‘Uitvoeringsprogramma Bodemdaling 2020-2023’ opgesteld, dat door PS is vastgesteld. Met het afremmen van de bodemdaling zorgen we ook voor de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen uit de veenbodems, zoals opgenomen in het Klimaatakkoord (juni 2019).
In de ontwerp-Omgevingsvisie (maart 2020) is bodemdaling als expliciete doelstelling opgenomen: “2030: De bodemdaling in het landelijk veenweidegebied is met gemiddeld 50% geremd. Voornaamste achterliggende doelen zijn het verminderen van de CO₂ -uitstoot en beheersing van de maatschappelijke kosten”.
In het Klimaatakkoord is voor de veenweidegebieden opgenomen:
•   Provincies met veenweiden hebben in 2030 gezamenlijk een reductie van 1 megaton CO2eq-emissie uit de veenbodems gerealiseerd
•   Elke provincie moet een Regionale Veenweiden Strategie (RVS) op stellen waarin zij aangeven hoe zij hun aandeel in de landelijke reductiedoelstelling willen realiseren. De RVS Utrechtse Veenweiden zal in 2022 ter vaststelling worden voorgelegd aan Provinciale Staten.

Deze pagina is gebouwd op 11/24/2021 09:01:10 met de export van 11/24/2021 08:49:11