Hoofdstuk 1: De begroting op hoofdlijnen

1.4 Financiën op hoofdlijnen

Het vertrekpunt van de begroting 2022 is de door uw Staten op 7 juli 2021 vastgestelde Kadernota 2022-2025 met verwerking van dekkingsvariant 2. Een aantal ontwikkelingen na de Kadernota hebben nadelige financiële gevolgen voor de begroting 2022-2025. Zo gaf de meicirculaire een neerwaartse bijstelling van het accres en de uitkering uit het provinciefonds. De toenemende krapte op de arbeidsmarkt en de in augustus jl. overeengekomen CAO 2021 nopen tot het opnemen van een grotere stelpost voor loon- en prijscompensatie. En in de Zomernota 2021 wordt het voorstel gedaan de budgetten van enkele activiteiten uit 2021 over te hevelen naar 2022 en 2023. In onderstaand overzicht is in één oogopslag inzichtelijk gemaakt hoe het financieel meerjarenperspectief van de begroting 2022-2025 er uit ziet. De jaren 2023 tot en met 2025 sluiten structureel met een positief saldo van baten en lasten; oplopend tot € 6 miljoen in 2025. Door incidentele uitgaven is er voor de jaren 2022-2025 sprake van een cumulatief tekort, totaal € 13,604 mln. Dit tekort wordt afgedekt door een onttrekking uit de Saldireserve.  

Financiële doorrekening Begroting 2022, inclusief meerjarenperspectief 2023-2025

Bedragen x € 1.000

Doorrekening op hoofdlijnen

Financieel overzicht

2022

2023

2024

2025

2022

2023

2024

2025

A. Saldo Kadernota 2022 (incl. dekkingsplan)

1.340

-1.264

-6.968

-7.127

-1.340

1.264

6.968

7.127

Bijstellingen op bovenstaand saldo

B. Verwerking effecten Zomernota 2021

-2.388

-289

C. Stelpost loon- prijscompensatie

-1.500

-1.500

-1.500

-1.500

D. Meicirculaire 2021

402

-1.249

-2.323

-1.257

E. Motie 69: financieren met focus en visie

-500

F. Kasritmewijziging

-500

500

G. Technische aanpassing

-1.714

-1.714

-1.724

-1.724

1.714

1.714

1.724

1.724

H. Totaal aan bijstellingen

-5.102

-1.503

-1.724

-1.724

616

-1.035

-2.099

-1.033

Begrotingssaldo voor verrekening met Saldireserve

-4.486

-2.538

-3.823

-2.757

-13.604

J. Geprognosticeerd nadeel onttrekken aan de Saldireserve

4.486

2.538

3.823

2.757

13.604

Legenda:

Een "+" is een positief bedrag = voordelig saldo

Een "-" is een negatief bedrag = nadelig saldo

Leeswijzer bij de samenvattende tabel "Doorrekening op hoofdlijnen"
Deze paragraaf 1.4 start met een samenvattende tabel waarin inzicht wordt gegeven in de financiële ontwikkeling van de Begroting 2022 en het bijbehorende meerjarenperspectief 2023-2025. In die tabel zijn de financiële ontwikkelingen gegroepeerd via een alfabetische nummering. De tabel start met "A. Saldo Kadernota 2022 (incl. dekkingsplan)", waarna dit wordt vervolgd met "B. Verwerking effecten Zomernota 2021", etc.
In onderstaande leeswijzer wordt per onderwerp aanvullende informatie verstrekt, waarbij de alfabetische nummering van de tabel wordt aangehouden.

De door uw Staten vastgestelde Kadernota 2022-2025 in juli 2021 vormt het startpunt voor de verwerking in de begroting 2022. In de Kadernota zijn de voorstellen per programma opgenomen en een dekkingsplan 2022-2025. In het dekkingsplan is de inzet van de Saldireserve opgenomen. De saldireserve vormt namelijk de sluitpost waarmee begrotingssaldi, zowel positief als negatief, worden verrekend. Hierna wordt in een overzicht de Kadernota 2022-2025 op hoofdlijnen weergegeven.
Voor de inhoud en toelichting van de diverse onderdelen, zoals de voorstellen per programma, verwijzen wij u naar de Kadernota 2022-2025.

Financieel meerjarenperspectief 2022-2025

Bedragen x € 1.000

Kadernota 2022-2025 op hoofdlijnen

Financieel kader

2022

2023

2024

2025

2022

2023

2024

2025

A. Beginstand Kadernota 2022-2025 (p42 Kadernota)

-12.559

5.071

-4.024

1.442

6.488

7.112

12.708

12.867

B. Voorstellen per programma

1. Ruimtelijke Ontwikkeling

1.374

574

-

-

1.380

1.800

2.248

2.248

2. Landelijk Gebied

10.395

14.787

-

-

780

780

780

780

3. Bodem, water en milieu

595

1.245

1.745

3.245

530

530

530

530

4. Energietransitie

-

-

-

-

430

430

430

430

5. Bereikbaarheid I - Algemeen

-

-

-

-

2.201

2.201

2.201

2.201

6. Bereikbaarheid II - Openbaar Vervoer

-

-

-

-

3.236

3.236

3.236

3.236

7. Cultuur en erfgoed

500

500

500

500

-

-

70

70

8. Economie

4.718

5.114

5.584

4.650

-

-

-

-

9. Bestuur

890

670

645

-

370

370

370

370

10. Overzicht Overhead

1.532

367

67

-

997

997

801

801

Algemene Middelen

-

-

-

-

704

704

704

704

B. Totaal voorstellen

20.004

23.257

8.541

8.395

10.628

11.048

11.370

11.370

Dekkingsplan Kadernota 2022-2025

Adaptief begroten (2022) door latere indiensttreding medewerkers

703

-

-

-

-

-

-

-

Adaptief begroten (2022) door 1% extra onderbesteding op bestaande materiele budgetten

2.431

-

-

-

-

-

-

-

Bijstelling adaptief begroten (2023 en 2024) wordt incidenteel 1% in plaats van 2%

-

-2.322

-1.978

-

-

-

-

-

Structurele besparingsopgave vanaf 2023 van 1% op materiële budgetten

-

-

-

-

-

2.400

2.400

2.400

Gedeeltelijke vrijval reserve Beheer en onderhoud (vaar)wegen in 2022

22.500

-

-

-

-

-

-

-

Verwachte extra bijdrage vanuit het Rijk voor financiering van regierol REIS (zie programma Energietransitie)

-

-

-

-

-

-

430

430

Eenmalig extra verhogen 2% opcenten in 2022

2.800

2.800

2.800

2.800

Inzet saldireserve

8.269

19.244

7.575

Storten in de saldireserve

-174

Legenda:

Een "+" is een positief bedrag = voordelig saldo

Een "-" is een negatief bedrag = nadelig saldo

Dit is de eindstand van de Kadernota 2022-2025 zoals door PS op 7 juli 2021 is vastgesteld inclusief dekkingsvariant 2 van pagina 47 van de Kadernota.

De Zomernota wordt ook behandeld door uw Staten in november 2021. De Zomernota is de beleidsmatige afwijkingenrapportage van het jaar 2021. In de Zomernota is in paragraaf 1.4.5 een aantal financiële bijstellingen opgenomen die effect hebben op de begroting 2022. De bijstellingen hebben een voordelig effect op het begrotingssaldo 2021. Voorgesteld wordt voor de lasten van de bijstellingen 2021 over te hevelen naar het jaar 2022 of 2023. Deze bijstellingen zijn opgenomen in de betreffende beleidsdoelen van de programma’s en komen ten laste van het begrotingssaldo 2022 en 2023. Het gaat om de volgende bijstellingen:

Beleidsdoel

Bijstelling

2021

2022

2023

3.1

Grebbedijk en Erfgoeddeal

+ 289.000

0

-/- 289.000

3.1

Subsidie- en impulsregeling klimaatadaptatie

+ 280.000

-/- 280.000

0

7.3

Programma Nieuwe Hollandse Waterlinies

+ 300.000

-/- 300.000

0

8.1

Human Capital Agenda

+ 350.000

-/- 350.000

0

8.3

MIT-regeling

+1.458.000

-/- 1.458.000

0

Totaal

+ 2.677.000

-/- 2.388.000

-/- 289.000


In de Zomernota 2021 is in de paragraaf 1.4.5 ook het voorstel opgenomen om het restant van de ICT-reserve groot € 1,671 mln. toe te voegen aan de Saldireserve en in te zetten in de begroting 2022 voor ICT-projecten. De onttrekking aan de Saldireserve is opgenomen in paragraaf 4.1.4 van deze begroting.   

In de begroting wordt meerjarig rekening gehouden met stijging van de lonen en prijzen. Hiervoor is een stelpost opgenomen “Loon- en prijsontwikkeling”. De hoogte van de stelpost wordt ieder jaar bepaald aan de hand van de verwachte prijs- en loonontwikkeling door het Centraal Planbureau en mogelijk bijgesteld naar de werkelijke ontwikkelingen. De opbouw van de stelpost bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Stijging lonen en werkgeverslasten
  • Compensatie stijging prijzen contracten
  • Loon- en prijsstijging subsidies partnerorganisaties
  • Compensatie indexatie decentrale uitkering Verkeer en Vervoer

Bij het samenstellen van de begroting 2022 is het onderhandelingsakkoord van de CAO 2021 bekend geworden. Het structurele financiële effect komt ook ten laste van deze stelpost vanaf 2022. Indicatief is het effect berekend op € 1,8 mln. Omdat de details van de CAO-afspraken voor de uitwerking van de begroting nog niet bekend waren, is dit effect nog niet verwerkt in de begroting 2022. Hiervoor ontvangt u dus later een begrotingswijziging. Het restant van de stelpost is naar verwachting niet voldoende om de financiële effecten van de stijging werkgeverslasten 2022 en de nog te maken afspraken binnen de CAO 2022 op te vangen. Gebaseerd op de uitkomsten van de cao 2021 is het onderdeel van de stelpost voor stijging lonen en werkgeverslasten vanaf 2022 structureel verhoogd met € 1,2 mln. De compensatie voor stijging prijzen van contracten hoger dan geraamd in de Kadernota 2022-2025. Voor dit onderdeel wordt voorgesteld de stelpost vanaf 2022 structureel te verhogen met € 0,3 mln. Die 0,3 mln. bestaat grotendeels uit compensatie van programma's 2 en 3 voor de uitvoeringskosten door de RUD. Totaal is verhoging van de stelpost € 1,5 mln.

Vanuit de meicirculaire 2021 zijn bijstellingen verwerkt op de te verwachte opbrengsten vanuit de opcenten van de motorrijtuigenbelasting en het provinciefonds. In de statenbrief d.d. 29 juni 2021 is uw Staten geïnformeerd over de uitkomsten van de meicirculaire 2021.

Bij de behandeling van de Kadernota 2022-2025 in juli 2021 heeft uw Staten de ingediende motie 69 “financieren met focus en visie” aanvaard. Het college geeft in deze begroting invulling aan de motie. In programma bestuur is in beleidsdoel 9.5 “De regionale slagkracht is sterk” een bedrag van € 0,5 mln. opgenomen. Dit bedrag komt ten laste van het begrotingssaldo 2022. In het meerjarendoel 9.5.5 “Het strategisch vermogen van de organisatie en lobbykracht is sterker” wordt ingegaan op de ontwikkelingen met betrekking tot de uitvoering van deze motie.

In Kadernota 2022-2025 is in programma 3 extra budget beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het programmaplan Mooie en veilige dijken. Vanwege de fasering van de werkzaamheden wordt voorgesteld om een bedrag van € 0,5 mln. over te brengen van het jaar 2023 naar 2022. Deze overheveling verloopt via het begrotingssaldo.

In de begroting 2022 zijn twee administratieve begrotingswijzigingen doorgevoerd tussen de verdeling van incidentele en structurele lasten. Voor het Overzicht Overhead gaat dit om 10.000 euro in de jaren 2022/2023. In het programma 5. Bereikbaarheid I – Algemeen betreft dit een bedrag van € 1,724 mln. dat wordt omgezet van structurele lasten naar incidentele lasten, vanwege de koppeling aan de reserve Mobiliteitsprogramma.

De saldi van de begroting 2022-2025 na bijstellingen ten opzichte van de Kadernota 2022-2025 zijn als volgt:

Jaar

Incidenteel

Voordelig of nadelig

Structureel

Voordelig of nadelig

Totaal

Voordelig of nadelig

2022

-3.762

nadelig

-724

nadelig

-4.486

nadelig

2023

-2.767

nadelig

229

voordelig

-2.538

nadelig

2024

-8.692

nadelig

4.869

voordelig

-3.823

nadelig

2025

-8.851

nadelig

6.094

voordelig

-2.757

nadelig

Totaal

-24.072

10.468

-13.604

Voorgesteld wordt de geprognosticeerde nadelige saldi van de jaren 2022-2025 te onttrekken uit de Saldireserve.

In het volgende overzicht wordt het verloop van de Saldireserve weergegeven. In de kolom ‘reeds besloten’ zijn onttrekkingen opgenomen gebaseerd op al genomen besluiten door uw Staten, inclusief de onttrekkingen opgenomen in de Kadernota 2022-2025. Het geprognosticeerde voordelig begrotingssaldo uit de Zomernota 2021 van € 16,813 miljoen is hier nog niet in opgenomen, wel de voorgestelde vrijval van vier reserves die gezamenlijk optellen tot een storting van € 26,423 mln. in de saldireserve.

(bedragen x € 1 mln)

Jaar

stand

af

af

bij

stand

1-jan

reeds besloten

begroting 2022

reeds besloten

31-dec

2022

155,8

31,6

4,5

119,7

2023

119,7

51,6

2,5

65,6

2024

65,6

7,6

3,8

54,2

2025

54,2

0

2,7

0,2

51,7

De Saldireserve bedraagt naar verwachting eind 2025 € 51,7 miljoen. (Dit is exclusief verwachte positieve saldo uit de Zomernota 2021). De algemene reserve bestaat uit de Saldireserve en de Reserve Weerstandsvermogen en bedraagt eind 2025 op basis van de huidige inschattingen € 96,7 miljoen.

Deze pagina is gebouwd op 11/24/2021 09:01:10 met de export van 11/24/2021 08:49:11