Nr. | Naam indicator | Eenheid | Omschrijving | Streefwaarden per jaar | Bron | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
21 | 22 | 23 | 24 | 25 | Eind (….) | |||||
Prestatie indicatoren | ||||||||||
1 | Medewerkers met afstand tot arbeidsmarkt | % | Het percentage medewerkers met afstand tot de arbeidsmarkt of via de participatiewet dat bij de provincie in dienst is. | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 | Interne bron |
2 | Energiegebruik huisvesting | % | Het percentage afname van energieverbruik van het provinciale vastgoed per jaar t.o.v. 2020. | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 | Interne bron |
3 | Reductie CO2 uitstoot provinciale organisatie (scope 1&2) | % | Het percentage reductie CO2 uitstoot t.o.v. 2019 voor 2022 | 15% | 25% | 35% | 50% | 100% | ||
4 | Reductie CO2 uitstoot rest (scope 3) | % | Het percentage reductie CO2 uitstoot t.o.v. voor 2022 | 5% | 10% | 30% | 50% | 75% | ||
Effect indicatoren | ||||||||||
Geen. |
Toelichting op indicatoren 3 en 4:
Scope 1: alle emissies die binnen de organisatie worden uitgestoten door installaties die in eigendom zijn van of gecontroleerd worden door de organisatie. Hierbij kunt u denken aan emissies die vrijkomen bij het eigen gasverbruik of door emissies van het in eigen beheer zijnde wagenpark.
Scope 2: de indirecte emissies die samenhangen met de productie van de ingekochte energie, waaronder het verbruik van elektriciteit en de inkoop van warmte (niet zijnde gas)
Scope 3: alle overige (indirecte) emissies als gevolg van de activiteiten van de organisatie die voortkomen uit bronnen die geen eigendom van de organisatie zijn noch beheerd worden door de organisatie. Hierbij kunt u denken aan de CO2-uitstoot veroorzaakt door ingehuurde diensten of ingekochte producten, het woon-werkverkeer van medewerkers of al het afval voorkomend uit de activiteiten van de organisatie. Scope 3 wordt verder opgedeeld in een upstream (inkoop) - en een downstream (effect van activiteiten).