1.1.2 | Het provinciaal ruimtelijk beleid biedt meer ruimte aan regionale opgaven |
---|---|
Toelichting op meerjarendoel | |
In onze Omgevingsvisie is de beoogde ontwikkeling van ons stedelijk en landelijk gebied vastgelegd in (ruimtelijk) beleid. In de Omgevingsvisie gaat het om balans. Balans tussen ruimte maken voor nieuwe ontwikkelingen en tegelijkertijd behoud van Utrechtse kwaliteiten, zoals het diverse landschap en de mooie natuur. In de Omgevingsverordening (nu nog de Interimverordening onder de Wet ruimtelijke ordening) staan de regels die nodig zijn om de keuzes en ambities in de Omgevingsvisie te realiseren. Voor onder andere duurzame energie, wonen en werken (regionale programmering) en groenontwikkeling is meer ruimte nodig, naast specifieke aandacht voor gezonde leefomgeving, circulariteit en klimaatadaptatie. Dit werken we uit in programma’s. Het vastgelegde beleid is een belangrijke basis voor het adviseren van gemeenten bij het maken van gemeentelijke omgevingsvisies en voor het inzetten van andere provinciale instrumenten uit de Omgevingswet, zoals projectbesluiten. Ook is het de basis voor onze adviezen over ruimtelijk beleid aan onze andere partners, om zo gezamenlijk ruimte te vinden voor de opgaven en noodzakelijke afwegingen te maken. Regionaal programmeren wonen en werken In september 2021 hebben GS het eerste provinciaal Programma Wonen en werken vastgesteld. In dit programma is de programmering voor woningbouw en bedrijventerreinen per regio en per gemeente opgenomen, inclusief alle uitbreidingslocaties voor wonen en werken. De basis voor het provinciale programma wordt gevormd door drie regionale programma's: U16, Amersfoort en het Utrechtse deel van Foodvalley. Begin 2022 wordt de evaluatie afgerond over de ervaringen (zowel intern als van onze partners) bij het opstellen van het provinciale programma en de regionale programma's. Deze ervaringen worden benut bij het vormgeven van het proces en de aanpak van de jaarlijks actualisatie van het programma. Door het programma jaarlijks te actualiseren hebben we een flexibele aanpak en kunnen we jaarlijks nieuwe locaties toevoegen. Voor de jaarlijkse actualisatie wordt in het tweede kwartaal van 2022 een actueel en aangepast Kader voor regionale programmering opgesteld en ter besluitvorming aan PS voorgelegd. Dit kader bevat de kwantitatieve bandbreedte voor wonen en werken per regio, en kwalitatieve aspecten. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om voldoende betaalbare woningen, evenwichtige ontwikkeling van rood en groen, energie-neutrale nieuwbouw, klimaatadaptatie, circulariteit, leefbaarheid, inclusiviteit en zorgvuldig ruimtegebruik. In het tweede kwartaal van 2022 start ook het proces van het opstellen van de regionale programma's door de drie regio's. Vaststelling van de regionale programma's is voorzien in het vierde kwartaal van 2022, direct gevolgd door vaststelling van het ontwerp provinciaal Programma Wonen en werken (eveneens in vierde kwartaal). Na de terinzagelegging stellen GS het definitieve programma vast. Inpassingsplan en projectbesluit Een projectbesluit moet volgens de Electriciteitswet in principe worden ingezet bij windenergieprojecten tussen de 5 en 100 Megawatt. Ook kunnen we een projectbesluit inzetten bij andere projecten die om provinciale regie vragen, zoals bijvoorbeeld bij gebiedsontwikkeling, mobiliteits- en energieprojecten. De procedure en werkwijze voor het projectbesluit wordt in 2022 uitgewerkt in een procesbeschrijving. In 2022 wordt doorgewerkt aan de planvoorbereiding van de inpassingsplannen Rijnbrug en Rondweg Oost Veenendaal. Beoogd resultaat 2022
|