Om de ontwikkeling van de belangrijkste activa (bezittingen) en passiva (eigen vermogen en schulden) inzichtelijk te maken, wordt in de begroting een meerjarige geprognosticeerde balans voorgeschreven. Deze meerjarige geprognosticeerde balans geeft Statenleden het inzicht om zich een oordeel te vormen over de gezondheid van de financiële positie van de provincie en de ontwikkelingsrichting ervan.
Activa | 31-12-2020 | 31-12-2021 | 31-12-2022 | 31-12-2023 | 31-12-2024 | 31-12-2025 |
---|---|---|---|---|---|---|
(im) Materiële vaste activa | 584.278 | 621.894 | 681.354 | 672.022 | 634.810 | 658.677 |
Financiële vaste activa: Kapitaalverstrekkingen | 8.080 | 16.080 | 23.580 | 31.080 | 38.580 | 53.080 |
Financiële vaste activa: Leningen | 5.170 | 4.720 | 4.270 | 3.820 | 3.370 | 2.920 |
Financiële vaste activa: Uitzettingen > 1 jaar | 25.000 | 25.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal Vaste Activa | 622.528 | 667.694 | 709.204 | 706.922 | 676.760 | 714.677 |
Voorraden: Onderhanden werk & Overige grond- en hulpstoffen | 3.509 | 8.255 | 11.178 | 6.656 | 12.610 | 4.737 |
Voorraden: Gereed product en handelsgoederen & vooruitbetalingen | 22.817 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 |
Uitzettingen < 1 jaar (excl schatkist) | 70.851 | 55.000 | 55.000 | 55.000 | 55.000 | 55.000 |
Uitzettingen in 's Rijks schatkist | 97.776 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 |
Liquide middelen | 105 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overlopende activa | 66.843 | 45.000 | 45.000 | 45.000 | 45.000 | 45.000 |
Totaal Vlottende Activa | 261.901 | 158.255 | 161.178 | 156.656 | 162.610 | 154.737 |
Totaal Activa | 884.429 | 825.949 | 870.382 | 863.578 | 839.370 | 869.414 |
Passiva | 31-12-2020 | 31-12-2021 | 31-12-2022 | 31-12-2023 | 31-12-2024 | 31-12-2025 |
Saldireserve (A) | 66.673 | 155.847 | 119.693 | 65.654 | 54.241 | 51.658 |
Reserve Weerstandsvermogen (B) | 45.000 | 45.000 | 45.000 | 45.000 | 45.000 | 45.000 |
Egalisatie uitkering provinciefonds (C) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Algemene reserve (D = A + B + C) | 111.673 | 200.847 | 164.693 | 110.654 | 99.241 | 96.658 |
Resultaat boekjaar | 24.218 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bestemmingsreserves | 411.277 | 278.726 | 214.727 | 202.815 | 192.149 | 161.293 |
Voorzieningen | 18.520 | 17.476 | 16.808 | 16.383 | 16.129 | 15.947 |
Vaste schuld | 0 | 20.901 | 166.155 | 225.727 | 223.851 | 287.516 |
Totaal Vaste Passiva | 565.688 | 517.949 | 562.382 | 555.578 | 531.370 | 561.414 |
Vlottende schuld | 23.128 | 23.000 | 23.000 | 23.000 | 23.000 | 23.000 |
Overlopende passiva | 295.612 | 285.000 | 285.000 | 285.000 | 285.000 | 285.000 |
Totaal Vlottende Passiva | 318.740 | 308.000 | 308.000 | 308.000 | 308.000 | 308.000 |
Totaal Passiva | 884.428 | 825.949 | 870.382 | 863.578 | 839.370 | 869.414 |
Toelichting op de geprognosticeerde balans:
Bij het opstellen van de geprognosticeerde balans wordt uitgegaan van de eindbalans van de vastgestelde balans van de jaarrekening 2020. Vervolgens wordt het lopende jaar 2021 toegevoegd en de begroting en meerjarenraming.
Voor gegevens die zich moeilijk laten voorspellen in de meerjarenraming wordt een verwachte stand op basis van de stand van de jaarrekening en de meest actuele informatie geraamd.
Beeld geprognosticeerde balans
In de komende jaren wordt er geïnvesteerd in met name openbaar vervoer en wegen. De investeringen vanaf 2022 in het openbaar vervoer zijn onder meer de vernieuwde regionale tramlijn en de vlootoptimalisatie. De investeringen in de wegen zijn onder meer N233 Rijnburg, N233 rondweg Veenendaal, vervangingsinvesteringen en N226 spoortunnel Maarsbergen, Zie ook het investeringenoverzicht in de programma’s Bereikbaarheid.
In 2023 en 2024 is een substantiële daling in de hoogte van het (im)materiële vaste activa te zien. De verlaging in 2023 wordt veroorzaakt doordat de investeringsopgave in dat jaar (circa € 24,5 mln.) lager is dan de geraamde afschrijvingen (circa € 33.3 mln.). In 2024 is de investeringsopgave (circa € 42,6 mln.) hoger dan de geraamde afschrijvingen (circa € 34,4 mln.), maar is er een bijdrage van derden voor de investeringen van € 35,8 mln. die voornamelijk betrekking heeft op de investering in de N233 Rijnbrug.
De afname van de bestemmingsreserves passen in de lijn van dit college om niet onnodig reserves aan te houden, middelen maatschappelijk te laten renderen en te intensiveren op enkele belangrijke transitieopgaven. De investeringen en het inzetten van de bestemmingsreserves zorgen ervoor dat een positief saldo bij de schatkist omslaat naar een schuldpositie op de geld- en kapitaalmarkt.
Op basis van de verwachte kasstromen wordt de verwachte stand van de liquide middelen vastgesteld waarin een saldo onder de minimale liquiditeitsbuffer van € 30 mln. resulteert in een financieringsbehoefte die wordt opgenomen als vaste schuld.
Kanttekening bij de geprognosticeerde balans
De geprognosticeerde balans vloeit onder andere uit de begrote exploitaties welke resulteert in een mutatie van de liquide middelen of in een mutatie van een reserve. Een substantieel deel van de exploitatie zijn de subsidielasten. De voltallige mogelijk te verstrekken subsidie wordt in de afgelopen begrotingen waaronder de begroting 2022 telkens als exploitatielast opgenomen. Uit de realisatie blijkt echter dat de begrote subsidie niet volledig wordt verstrekt, maar enkel gedeeltelijk. Dit resulteert in een onderbesteding waardoor de stand van de liquide middelen en de hoogte van de bestemmingsreserves te laag zijn geraamd.
Het gevolg van deze onderbesteding is dat de raming van de vaste schuld hoger ligt dan wat er uiteindelijk aan financiering aangetrokken zal worden.
Daarnaast is er nog een risico op vertragingen in investeringen in bouwprojecten wat resulteert in een vertraging van kasstromen. In de MIP, waar de prognose van de materiele vaste activa en de investeringskasstromen uit volgen, is de meest recente kennis met betrekking tot vertragingen als gevolg van onder andere de PFAS problematiek verwerkt. Er is echter nog wel veel onzekerheid over de ontwikkelingen met betrekking tot PFAS, waardoor verdere vertragingen niet onmogelijk zijn.
Doordat de geprognosticeerde balans direct gekoppeld is aan onder andere de staat van de reserves, is het niet wenselijk een afslag te maken voor de verwachte uiteindelijke kasstromen en exploitatie. Om een verbeterslag te verkrijgen in de prognose zullen de betreffende exploitatielasten in de bron anders dienen te worden opgenomen.
Voor het bepalen van de daadwerkelijke financiering zal niet de begroting als leidraad worden gebruikt, maar zal er worden gekeken naar de treasuryrapportages die elk kwartaal worden opgesteld.
In de treasuryrapportage heeft de treasurer de vrijheid een liquiditeitsprognose op te stellen die niet gebonden is aan wetgeving en andere rapportages. Hierdoor kan een weergave van de werkelijke kasstromen worden benaderd. In deze rapportage wordt de actuele stand van de liquide middelen ingevuld wat een actuele weergave biedt van de huidige positie.
Wanneer er in de treasuryrapportage een financieringsbehoefte voor het aankomende kwartaal wordt gesignaleerd zal de treasurer een offerte uitvragen bij minimaal de twee sector banken. Vervolgens zal het meest gunstige tarief worden geselecteerd en zal de financiering bij de betreffende bank worden aangetrokken.