De provincie moet het belang van natuur zorgvuldig afwegen tegen allerlei andere belangen. Bijvoorbeeld als de bescherming van diersoorten negatieve effecten heeft op economische activiteiten, of als natuurbelangen botsen zoals bij invasieve exoten. Afwegingen dienen ter bescherming van het NNN waarbij aantasting alleen bij uitzondering en onder (compensatie)voorwaarden mogelijk is. Adequate compensatie is van groot belang voor een goede balans tussen het in standhouden van de dier- en plantensoorten en het toestaan van ontwikkelingen die leiden tot ingrepen en schade in bos- en natuurgebieden (NNN). De aanpak Biodiversiteit in Stad en Dorp combineert een optimale soortenbescherming via het wettelijke kader met een vereenvoudiging voor de klimaat- en energietransitiedoelen in de stedelijke omgeving. Faunabeheer Binnen dit meerjarendoel valt ook de zorg voor gezonde populaties, waarbij we alleen ingrijpen als soorten onevenredige schade veroorzaken (beheer en schadebestrijding). Faunabeheer is het planmatig en gecoördineerd beheer van diersoorten. De Faunabeheereenheid Utrecht (FBE) is opgericht om de belangen van de grondgebruikers te organiseren en gezamenlijk het faunabeheer te coördineren en planmatig uit te voeren. Hiertoe heeft de FBE haar Faunabeheerplan 2019-2025 vastgesteld op basis waarvan de FBE diverse ontheffingsaanvragen heeft ingediend om schade door beschermde soorten te kunnen voorkomen. Een groot deel van de ontheffingen is inmiddels aangevochten. In 2022 verwachten wij verschillende gerechtelijke uitspraken. Met het Projectteam ganzenbeheer Utrecht (PGU) werken we samen toe naar nieuwe Utrechtse toekomstbestendige ganzenafspraken. Het in 2021 beschikbaar gekomen MARF-advies “Ganzen zonder grenzen” vormt hierbij een bouwsteen. Vanwege het voordeel van afstemming op een landelijk interprovinciale ganzenkader volgen wij in samenwerking met het PGU zoveel mogelijk de landelijke planning van de samenwerkende provincies naar Utrechtse Ganzenafspraken 2.0. In dat verband ligt de focus op de implementatie van de AEWA-afspraken (Afrikaans-Euraziatische overeenkomst over watervogels). Tot de invoering van het nieuwe beleid zetten wij zoals in 2021 afgesproken het vigerende ganzenbeleid voort om het bereikte resultaat vast te houden. Wij zijn afgelopen jaar al gestart met het intensiveren van het onderzoek naar preventieve methoden en alternatieve maatregelen, met daarbij als focus geschikte maatregelen op te nemen in het beleid en zetten dat in 2022 voort. De nadruk ligt daarbij steeds meer op innovaties. Het plan van aanpak voor de verwilderde katten is ingevoerd als methode ter vervanging van het afschot van zo’n 400 katten per jaar (gebaseerd op afschotcijfers). De verwilderde kat wordt bestreden door de TNR-C methode en de methodiek wordt geregeld geëvalueerd en geoptimaliseerd. Voorkomen wildaanrijdingen Wij blijven participeren in de 4-jarige praktijkproef langs de N225 begeleid door Alterra en onder regie van Bij12 faunazaken om te zien of maatwerkbeheer van reeën op een hotspotlocatie kan bijdragen om het aantal aanrijdingen te verminderen. Om aanrijdingen met wilde hoefdieren en andere wildsoorten te voorkomen, zijn we in 2021 gestart met de voorbereiding om een wilddetectiesysteem langs de N226 aan te leggen. Deze pilot, waarvoor we middelen hebben vrijgemaakt in het programma “Oversteekbaarheid” (Mobiliteit) zal dit jaar worden geëvalueerd en bij gebleken effectiviteit verder worden uitgerold. Vogelopvang Utrecht Wij continueren onze jaarlijkse financiële bijdrage aan de Vogelopvang Utrecht. Met deze middelen stellen we de Vogelopvang Utrecht in staat om onder andere bij te dragen aan de instandhouding van bedreigde soorten. Transport en opvang van in het wild levende dieren Van de € 50.000 die jaarlijks beschikbaar is voor de keten van transport en opvang van in het wild levende dieren, reserveren we (jaarlijks) € 10.000 als noodfonds (inzetbaar in de vorm van incidentele subsidies) voor omstandigheden die zo kritiek zijn dat er gaten vallen in de keten. Het overige bedrag besteden we aan een vouchersystematiek, gekoppeld aan cursussen gericht op het werven en vasthouden van vrijwilligers en het werven van fondsen. De uitvoering hiervan wordt gedaan door de stichting Dierenlot en jaarlijks geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. Het doel van de inzet van de middelen is het versterken van de keten transport en opvang van in het wilde levende dieren. Uitvoeringsprogramma invasieve exoten 2022-2026 Vanuit onze rol voortkomend uit de Wet natuurbescherming (Wnb) coördineren wij sinds 2018 de aanpak van invasieve exotische dier- en plantsoorten indien deze een bedreiging vormen voor de biodiversiteit. Gedeputeerde Staten hebben eind 2021 het gezamenlijke Uitvoeringsprogramma invasieve exoten 2022-2026 vastgesteld. Daarmee krijgt de uitvoering een versnelling en is continuïteit beter geborgd. Binnen dit programma werken wij samen met onze stakeholders in het Platform invasieve exoten Utrecht. Samenwerking vindt ook plaats in IPO-verband. Het programma zal door ons worden vastgesteld inclusief de geraamde begroting voor de uitvoering van het programma over 5 jaren. In de begroting zullen wij rekening houden met de voor de jaren 2022-2023 vastgestelde bedragen van jaarlijks €1,26 mln. We zetten het budget in om invasieve exoten te bestrijden en om beheersmaatregelen uit te voeren, gericht op Europese invasieve exoten en op soorten op de Utrechtse lijst. We communiceren over de aanpak in het bijzonder in het kader van de duizendknoopverordening en ter borging van de samenwerking met onze stakeholders. Speerpunten zijn gezamenlijke financiering en borging van de continuïteit van gerichte bestrijding. Aanpak Biodiversiteit in stad en dorp Om de biodiversiteit in de gebouwde omgeving te stimuleren en bewustwording te creëren hebben wij in 2021 een aanpak voor biodiversiteit in stad en dorp opgesteld. De Aanpak Biodiversiteit in Stad en Dorp (hierna: BiSD) geeft uitvoering aan het voornemen uit het coalitieakkoord om op basis van structurele middelen een aanpak voor biodiversiteit in de gebouwde omgeving op te zetten. De Aanpak BiSD beschrijft de rol- en taakopvatting van de provincie Utrecht op het gebied van biodiversiteit in de gebouwde omgeving, voornamelijk binnen de “rode contouren” van de Utrechtse dorpen en steden. Met de aanpak hebben wij de sinds 2016 ingezette Utrechtse Aanpak geïntensiveerd en verbreed. Het stimuleren van het opstellen van soortenmanagementplannen (SMP’s) door zonder afbreuk te doen aan de natuurkwaliteiten, het wettelijke stelstel van de Wnb eenvoudiger toe te kunnen passen, blijft centraal staan in de aanpak. Hiervoor stellen we via de Uitvoeringsverordening subsidies biodiversiteit (USB)subsidies beschikbaar, maar in de communicatie wordt ook juist het integrale belang van een SMP benadrukt en wordt nauw samengewerkt met de programma’s energietransitie en versnelling woningbouw. Ook wordt gewerkt aan een methodiek om de periode tot het SMP gereed is te overbruggen (pre-SMP). Aanvullend richt BiSD zich op natuurinclusief ontwikkelen (gebouwen en gebieden, bestaand en nieuw), waarbij biodiversiteitsbelangen gekoppeld worden aan de ambities voor o.a. klimaatadaptatie en gezonde leefomgeving. Tot slot geeft het thema “samen voor natuur” invulling aan de pijler “Beleven en betrekken” uit onze Natuurvisie 2017 door (vaak laagdrempelige) projecten te stimuleren die het draagvlak voor natuur binnenstedelijk vergroten. Wij sluiten daarbij o.a. aan bij bestaande initiatieven zoals Groen aan de buurt (zie ook 2.3.1). Wij gaan deze laatstgenoemde thema’s samen met klimaatadaptatie en gezonde leefomgeving verder bundelen en uitbouwen en hiervoor één subsidieregeling opstellen. Omgevingswet, advisering gebieds- en soortbescherming en vergunningverlening natuur De provinciale kerntaak natuur is via de Wet natuurbescherming als de aanvullingswet natuur beleidsneutraal opgenomen in de concept-Omgevingswet en op hoofdlijnen vertaald vanuit onze Natuurvisie in onze Omgevingsvisie. In 2021 is vanuit deze basis de interim Omgevingsverordening vastgesteld waarin de ruimte voor natuur binnen het NNN o.a. is beschermd door het opnemen van instructieregels die doorwerken in het gemeentelijk beleid. Daarnaast zijn er activiteitenregels gericht op wettelijke grondslagen voor gebieds- en soortbescherming die door vergunningverlening natuur en natuurhandhaving bij de RUD Utrecht worden uitgevoerd. Naar verwachting treedt in 2022 de Omgevingswet in werking en hiermee moet tijdig een nieuwe werkwijze voor de natuuradvisering in het omgevingsbeleid worden geïmplementeerd. Dit speelt bijvoorbeeld bij gemeentelijke ruimtelijk visies en plannen worden, waar bij vergunningverlening natuur een transitie wordt bewerkstelligd die gericht is op andere werkprocessen en kortere beslistermijnen (van 20 naar 8 weken). Omdat het accent meer komt te liggen op de voorbereiding van gemeentelijke plannen en projecten en de gemeenten in hun omgevingsvisies ook natuurbeleid kunnen opnemen, maar de provincies wettelijk verantwoordelijk blijven voor de toestand van de natuur, is het van belang de organisatie in het bredere kader van de Omgevingswet hiervoor tijdig op orde te hebben. We proberen daarbij gelijktijdig de slag te maken om de advisering vanuit natuurbeleid en vergunningverlening natuur waar mogelijk samen te laten gaan lopen. Hiermee voor gemeenten en andere initiatiefnemers in een vroeg stadium inzicht te geven in de haalbaarheid van initiatieven in beschermde gebieden en in leefgebieden van beschermde soorten en welke natuur- en bos compenserende maatregelen mogelijk worden verlangd. Om deze geïntegreerde natuuradvisering in de planfase mogelijk te maken voor gemeentelijke visies en plannen en andere initiatieven van vergunning vragers, de verkorte beslistermijn te kunnen halen en de dienstverlening aan initiatiefnemers te kunnen verbeteren zetten we vanaf 2022 overeenkomstig de Kadernota 2022 extra capaciteit in. Onder meerjarendoel 2.2.2 is al uitgebreid ingegaan op de activiteiten rondom de vergunningverlening natuur en stikstof en daarvoor noodzakelijke intensiveringen. Ook hier zetten we tijdelijk extra capaciteit voor in. Natuur- en boscompensatie In de hiervoor genoemde interim Omgevingsverordening is opgenomen dat de uitvoering van NNN-compensatieverplichtingen die in het kader van gemeentelijke of provinciale ruimtelijke plannen worden opgelegd, via een te sluiten privaatrechtelijke overeenkomst tussen provincie en initiatiefnemer dient te worden zeker gesteld. In 2022 zullen, net zoals in 2021, op basis hiervan overeenkomsten worden gesloten door de provincie over de uitvoering van NNN-compensatieverplichtingen. Op basis van deze overeenkomsten kan de provincie ook controleren of de uitvoering op de juiste wijze plaatsvindt of heeft plaatsgevonden. Met het sluiten van de overeenkomsten en het controleren van de uitvoering wordt invulling gegeven aan aanbevelingen van de Randstedelijke Rekenkamer uit 2017 over de uitvoering van natuur- en boscompensatie. In 2022 werken we ook verder aan een betere registratie van opgelegde natuur- en boscompensatie-verplichtingen en de uitvoering daarvan. In 2022 zullen, afhankelijk van het aanbod, ook overeenkomsten met (natuur- en bos) compensatieplichtigen worden gesloten over de uitvoering van deze verplichtingen op gronden die daarvoor beschikbaar zijn in de provinciale compensatiebank. Daarnaast wordt gewerkt aan de uitvoering op deze gronden van de compensatieverplichtingen waarvoor overeenkomsten zijn gesloten. Monitoring Door middel van monitoring houden wij de staat van instandhouding van de inheemse soorten en de habitats bij. Jaarlijks inventariseren wij 10% van het grondgebied van onze provincie. De monitoring is op basis van de Wnb verplicht. Om de monitoring goed af te stemmen op de wettelijke verplichtingen en de doelen van de Natuurvisie in samenhang te kunnen evalueren en bijsturen, werken we op basis van het in 2018 vastgestelde supplement Monitoring en bijsturing Natuurvisie. Tot nu toe rapporteren we de voortgang van het natuurbeleid jaarlijks met onze bijdrage aan de landelijke interprovinciale Voortgangsrapportage Natuur. Daarnaast verschijnt driejaarlijks onze provinciale Rapportage Natuur waarin we onder andere over de stand van zaken van de biodiversiteit rapporteren. In 2022 inventariseren wij het landelijke gebied van het westelijk weidegebied nabij Vinkeveen. We leveren onze bijdrage aan het Landelijk Meetnet Flora en het Netwerk Ecologische monitoring en continueren volgens de landelijke afspraken de monitoring van de voormalige PAS-gebieden. De verzamelde data slaan we op in de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). Op basis van afspraken die we in het IPO maakten, verhogen wij onze financiële bijdrage aan de NDFF en zetten hiervoor vanaf 2022 extra middelen in. Een hogere bijdrage is o.a. nodig om de NDFF gratis toegankelijk te maken voor gebruikers bij het beoordelen van de effecten van ruimtelijke ingrepen op natuurwaarden. Daarnaast verhogen wij met ingang van 2022 ons budget voor de ecologische monitoring met € 30.000/jaar. Hiermee gaan we de kwaliteit van onze ecologische monitoring verbeteren, door onder andere de SNL-monitoring te optimaliseren. Hiermee krijgen wij completere en kwalitatief betere monitoringsgegevens van de bestaande natuurgebieden. Dit is ook van belang met het oog op de in de Omgevingswet genoemde wezenlijke kenmerken en waarden. We monitoren periodiek het ecologisch functioneren van de ecoducten en faunapassages. De resultaten verwerken we in de driejaarlijkse Rapportage Natuur. Het provinciale wegenbeheer voert periodieke technische inspecties uit van de fysieke onderhoudstoestand van de ecoducten, faunapassages en de bijbehorende rasters. Beoogd resultaat 2022 Natuur- en boscompensatie - De provincie sluit overeenkomsten met initiatiefnemers over hoe die initiatiefnemers een NNN-compensatieverplichting zelfstandig uitvoeren. Het aantal te sluiten overeenkomsten, naar schatting circa 5, is afhankelijk van het aantal op te leggen verplichtingen.
- Er worden systemen, met daarbij behorende afspraken, ontwikkeld waarin de registratie van opgelegde natuur- en boscompensatieverplichtingen en de uitvoering daarvan (in een GIS-databank) worden geregistreerd.
- De provincie sluit overeenkomsten met compensatieverplichtingen over de uitvoering van natuur- en boscompensatie op gronden van de provinciale compensatiebank. Het aantal te sluiten overeenkomsten, naar schatting 5 tot 10 stuks, is afhankelijk van het aantal belangstellenden dat gebruik wil maken van de compensatiebank.
Uitvoeringsprogramma invasieve exoten 2022-2026 - Er is een nieuw programma bestrijding invasieve exoten 2022-2027 in uitvoering genomen.
Aanpak Biodiversiteit in stad en dorp - Er worden 3 tijdelijke gebiedsgerichte ontheffingen op basis van een pre-SMP verstrekt.
- Er worden 5 subsidieaanvragen voor SMP afgehandeld/toegekend.
- Er is een nieuwe Uitvoeringsverordening met subsidies voor klimaatadaptieve, groene en gezonde steden en dorpen opgesteld.
Monitoring - 10% van de provincie is ecologisch gemonitord.
|