Hoofdstuk 3: Paragrafen

3.7 Grondbeleid

Programma Agenda Vitaal Platteland 
Alle gronden die we voor het programma AVP aankopen, worden geactiveerd op de balans in de Grondvoorraad AVP tegen de verkrijgingswaarde of - in het geval van gronden binnen de NNN - tegen de lagere marktwaarde in de grondvoorraad AVP. Het verschil tussen de lagere marktwaarde en de verkrijgingsprijs (meestal 85% van de waarde) dekken we uit de middelen voor realisatie van het Natuurnetwerk Nederland binnen programma 2.  
Over de afbouw van de Grondvoorraad AVP (voorheen Revolverend Fonds) heeft ons college afspraken gemaakt. Het fonds, dat destijds de mogelijkheid bood om aankoop van gronden en opstallen tot maximaal €50 miljoen voor te financieren, bouwen we in stappen van € 5 miljoen per twee jaar af naar € 0 eind 2027. De stand per 31-12-2020 van de Grondvoorraad AVP is € 17,7 miljoen. Gronden die we aankopen ten behoeve van de natuurcompensatie activeren we apart. De grondvoorraad Natuurcompensatiebank stond eind 2020 op €2,5 mln. Bij het instellen van de nieuwe Grondbank zullen de bovenstaande afspraken worden herijkt.

Project Hart van de Heuvelrug en Vliegbasis Soesterberg 
De grondexploitaties (grexen) van het programma HvdH en VBS zijn een gesloten systeem: we bekostigen investeringen met de toekomstige opbrengsten. Het programma en project komen niet ten laste van de algemene middelen; pas bij afronding van het geheel (in 2025) verrekenen we het saldo met de algemene middelen.
De verantwoording van het programma is met ingang van de Jaarrekening 2018 aangepast aan de wijzigingen in het BBV. De begroting 2022 worden ook volgens deze nieuwe systematiek ingedeeld. Het programma is als volgt in de administratie opgenomen:
De rode projecten waarbinnen de ontwikkelingen in wonen en werken plaatsvinden, blijven verantwoord onder de Voorraden (VRD), via Programma 1. Ruimtelijke ordening; dit zijn de projecten Woonwijk Vliegbasis Soesterberg, Sortie 16 en bedrijventerrein Richelleweg;  
De groene projecten, met de ontwikkelingen in natuur en recreatie, zijn onder de vaste activa opgenomen:  
De projecten waarbij de grond nog in eigendom van de provincie is, vallen onder de Materiële vaste activa (MVA); dit betreft de projecten Oostelijke Corridor en het Harlanterrein  
De projecten waarbij de grond is overgedragen aan derden, vallen onder de Immateriële vaste activa (IVA)/ Bijdragen in activa van derden; dit zijn de projecten Park Vliegbasis Soesterberg en het Beheerfonds, waarin de resultaten van de afgesloten projecten opgenomen zijn.

De insteek bij alle projecten is dat we alle grond voor afsluiting van het project overdragen. Hetzij voor het realiseren van woningen en bedrijven, hetzij als natuur- en/of recreatieterrein.

Conform het BBV wordt er op de rode projecten tussentijdse winst genomen, volgens de Percentage of Completion (POC)-methode en op de afgesloten projecten in de IVA wordt jaarlijks afgeschreven. De hieruit voortkomende financiële gevolgen verantwoorden we in Programma 1. Ruimtelijke ontwikkeling en het voordeel wordt afgewikkeld naar de in 2020 ingestelde bestemmingsreserve. Met deze reserve geven we invulling aan het contractueel overeengekomen beheerfonds.

Voor meer toelichting verwijzen wij naar het projectblad Hart van de Heuvelrug/Vliegbasis Soesterberg.

Financiële risico’s Mobiliteitsprogramma provincie Utrecht 2019-2023 
Risico’s hierbij zijn beperkt, omdat het taak gebonden grondaankopen zijn. De beheersing daarvan is onderdeel van de normale bedrijfsvoering, waaronder planschade en nadeelcompensatie verkeer en vervoervoorzieningen. Beheer en onderhoud langs provinciale wegen (bomen, beplantingen, bermen en bermsloten) maakt integraal onderdeel uit van het onderhoud wegen.  

Financiële risico’s Agenda Vitaal Platteland 
Het risico bij grondverwerving voor de inrichting van natuur in het landelijk gebied is over het algemeen beperkt, omdat grond relatief waardevast is. Voor de realisatie van NNN kopen we grond tegen de agrarische waarde. Deze zetten we vervolgens om naar natuur, waarna de waarde nog ca. 15% van de agrarische waarde is. Hier is sprake van kosten, niet van risico.   
 
De door BBL overgedragen gebouwen moeten worden verkocht. Per locatie beoordelen we of sloop van overtollige gebouwen en eventuele sanering van de bouwlocatie de verkoopsnelheid kan bevorderen. Uitgangspunten voor de verkoop zijn marktconform, openbaar en transparant.  

Het beheer van de nog niet ingerichte provinciale gronden binnen het NNN worden uitgegeven middels een geliberaliseerd pachtcontract met beperkingen gericht op de bevordering van natuurwaarden (zoals niet bemesten en uitgestelde maaidatum). Dit in afwachting van de start van de uitvoering van de natuurinrichting op deze gronden en/of de overdracht aan een eindbeheerder. Gronden buiten het NNN worden uitgeven aan agrariërs via geliberaliseerde pachtovereenkomsten. Daar waar wenselijk leggen we ook beperkingen op ten behoeve van natuurdoelen (bijv. weidevogelbeheer, randenbeheer).  
 
Grond en gebouwen leveren een beheeropbrengst op als gevolg van verpachting, en kennen ook een beheerlast. Opbrengsten en lasten verrekenen we met elkaar en een eventueel positief saldo komt ten gunste van de ontwikkeling van het NNN. Aangezien de provincie steeds minder landbouwpercelen in eigendom heeft, als gevolg van de verkoopopgave, nemen de pachtopbrengsten steeds verder af. In het onderzoek naar de inzet van de grondbank zal de verkoopopgave ook onderzocht worden.

Aan de grondvoorraad AVP is een risicovoorziening gekoppeld: de Voorziening Dekking Financiële Risico’s Grondbedrijf. Deze risicovoorziening is voor AVP gemaximeerd op € 5 mln. De voorziening wordt opgebouwd door per pand (voormalige agrarische opstallen) het verschil tussen de boekwaarde en de verwachte opbrengst bij verkoop toe te voegen. Eind 2020 bedroeg de risicovoorziening € 0,70 mln. en bleef daarmee dus ruim onder het maximum. De panden die de provincie nog in bezit heeft, verkopen we zoveel mogelijk, waardoor we verwachten dat de risicovoorziening de komende jaren ook ruim onder het plafond zal blijven.  

Financiële risico’s programma Hart van de Heuvelrug en Vliegbasis Soesterberg 
De provincie is financieel eindverantwoordelijk voor het programma Hart van de Heuvelrug. Voor het project Vliegbasis Soesterberg is een verdeling gemaakt met de gebiedspartner gemeente Zeist en gemeente Soest.
Voor de risico’s van het project verwijzen wij naar het projectblad Hart van de Heuvelrug/Vliegbasis Soesterberg.

Deze pagina is gebouwd op 11/24/2021 09:01:10 met de export van 11/24/2021 08:49:11