Onder de naam grondwaterheffing is een heffing voor het onttrekken van grondwater ingesteld als bedoeld in artikel 7.7 van de Waterwet. De heffing is bedoeld ter bestrijding van de kosten van maatregelen en kosten die verband houden met grondwateronttrekking en het infiltreren van water, het bijhouden van register, schadevergoeding en onderzoek. De heffing vindt haar grondslag in de Grondwaterheffingsverordening provincie Utrecht 2012. Deze verordening wordt periodiek aangepast aan de hand van actuele ontwikkelingen.
Het tarief voor de grondwaterheffing bedraagt € 0,0153 per kubieke meter onttrokken grondwater.
Met de verwachte invoering van de Omgevingswet per 1 juli 2022 zal de Waterwet komen te vervallen. Per de ingangsdatum van de Omgevingswet zal derhalve ook een nieuwe verordening voor het heffen van de grondwaterheffing (gebaseerd op artikel 13.4b van deze wet) in werking moeten treden.
Ook voor de grondwaterheffing geldt dat het tarief ten hoogste kostendekkend mag zijn. In onderstaande tabel wordt de kostendekkendheid van het tarief nader toegelicht. Hierbij is voor de kosten uitgegaan van de cijfers van het Meerjarenperspectief Grondwaterheffing 2021-2026.
Berekening van kostendekkendheid van de grondwaterheffing | x € 1.000 |
---|---|
Kosten taakveld(en) – kosten maatregelen en onderzoeken | 932 |
Kosten taakveld(en) – schadevergoedingen en onderzoek | 100 |
Inkomsten taakveld(en) excl. heffingen | 0 |
Netto kosten taakveld | 1.032 |
Overhead | 302 |
BTW | 0 |
Totale kosten | 1.334 |
Geraamde opbrengst grondwaterheffing | 1.334 |
Dekkingspercentage | 100% |
Indien de kosten van het taakveld in het boekjaar lager uitvallen dan geraamd, wordt de opbrengst van de grondwaterheffing ondergebracht in de voorziening Grondwaterheffing. Met deze reserve kunnen we voorkomen dat de hoogte van de grondwaterheffing jaarlijks fluctueert. Bovendien kunnen in de toekomst hoger uitvallende kosten worden opgevangen.
De opbrengst van de grondwaterheffing is in 2022 geraamd op € 1.334.000.